Een derde Nederlander wordt vermist na de aanslagen van dinsdag in Brussel. Dat twitterde het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag woensdag. Verdere details kan het departement nog niet geven.
Eerder op de dag bevestigde het ministerie al dat er na de aanslag op het vliegveld Zaventem twee landgenoten worden vermist. Het zou gaan om een broer en zus die naar de Verenigde Staten zouden vliegen.
Twee broers
De tweede man die zichzelf opblies op de luchthaven van Brussel zou zijn geïdentificeerd. Het zou volgens een bron tegen de Vlaamse krant De Standaard gaan om Najim Laachraoui, een gesignaleerd staande Syriëstrijder.
Woensdag eerder al maakte het federaal parket bekend dat twee broers betrokken zijn bij de dodelijke terreuraanslagen in Brussel van dinsdag: Ibrahim El Bakraoui blies zichzelf op in de vertrekhal van het vliegveld, zijn broertje Khalid deed dat even later in een metro ter hoogte van station Maalbeek.
De autoriteiten zoeken in ieder geval nog naar een derde man die op de luchthaven was. Hij verliet volgens het Openbaar Ministerie nog voor de explosies het vliegveld en liet zijn bomtas achter.
Niet ontplofte derde bom was zwaarste
Een in eerste instantie niet-ontplofte bom die dinsdag op de luchthaven Zaventem werd gevonden, bleek de zwaarste te zijn van de bommen die de aanslagplegers wilden laten ontploffen. Dat meldde het federaal parket woensdag.
Vlak voor de komst van de ontruimingsdienst DOVO ontplofte de bom "door de grote instabiliteit van de explosieven'', zei de procureur. Daarbij raakte niemand gewond.
De schade zou nog vele malen groter zijn geweest als deze bom eerder was ontploft, zei de procureur. Hij had het over een "zak vol explosieven'' die werd achtergelaten door een nog niet geïdentificeerde en voortvluchtige verdachte.
Deze verdachte, die nog actief wordt gezocht, verliet de luchthaven nog voor de explosies, zei de procureur.
Er vonden kort na elkaar twee ontploffingen plaats in de vertrekhal van de Brusselse luchthaven: om 07.58.28 uur en om 07.58.37 uur, zo meldde het Openbaar Ministerie.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl